Een Chinees porseleinen beeldje van een staande man met Afrikaanse trekken, uitgevoerd in de famille noire-techniek, is een belangrijk object in de museumcollectie van Het Scheepvaartmuseum. Het beeldje is te zien in de tentoonstelling Republiek aan Zee. De uitzonderlijke kwaliteit en de bijzondere techniek waarin dit beeldje is uitgevoerd maken het tot een absoluut topstuk.

Famille noir

Met dit beeldje wil het museum een aanzet geven tot de discussie over interculturele uitwisseling én over de gedeelde geschiedenis van zwart en wit in Nederland. Dit stuk kon worden verworven dankzij steun van de Vereniging Rembrandt (met dank aan haar Caius Fonds), het Mondriaan Fonds, Het Compagnie Fonds en de Vereeniging Nederlandsch Historisch Scheepvaart Museum. De staande figuur kijkt de toeschouwer recht aan met een enigszins verbaasde blik; de mond is iets geopend en de ogen zijn wijd opengesperd. Op een gelaagd rokje na, uitgevoerd in de kleuren van het famille verte, is hij ongekleed. Schuin over zijn borst draagt hij een sjerp, opgebouwd uit strikken, bloemen en ruitvormen. Zijn linkerhand rust in zijn zij en in zijn rechterarm houdt hij een cornucopia (hoorn des overvloeds), bedoeld als bloemen- of kaarsenhouder. Om zowel zijn polsen, zijn enkels als zijn hals draagt hij goudkleurige banden en in zijn oren heeft hij gouden oorringen. De figuur staat op een lotusblad, dat op een rechthoekig piëdestal ligt.

famille noire-figuur van een staande man, porselein met email. China, Kangxi-periode (1662-1722), circa 1720. Het Scheepvaartmuseum, 2018.0652.

Het beeldje is uitgevoerd in de bijzondere famille noire-techniek. Deze term werd in 1900 voor het eerst door de Engelse kunsthistoricus Frederick Litchfield gebruikt om een groep porselein met een overwegend zwarte ondergrond te beschrijven. De famille noire-techniek is ontwikkeld tijdens de Chinese Kangxi-periode (1661-1722). Bij deze versieringstechniek worden de emailles rechtstreeks op het biscuit – eenmaal gebakken porselein – aangebracht.

Het zwarte glazuur wordt verkregen door een doorschijnend groen loodglazuur met een hoog ijzergehalte aan te brengen over een laag kobaltpigment. Tijdens de tweede bakgang versmelten de twee lagen met elkaar en geven ze een intens zwart glazuur met daarin een zweem groen. In de volgende bakgangen worden de overige glazuurkleuren en de vergulding aangebracht. Vanaf het begin van de achttiende eeuw was famille noire mondjesmaat verkrijgbaar in Europa. In de beroemde porseleincollectie van keurvorst Augustus de Sterke (1694-1733) in Dresden bijvoorbeeld bevinden zich slechts enkele kleine stukken famille noire. Daarnaast worden in de inventaris uit 1740 van de Franse prins van Condé twee famille noire-figuren genoemd, die overeen lijken te komen met onze figuur: ‘een paar kaarsenhouders met twee bronzen takken, gemonteerd op twee Negers [sic] het geheel van gekleurd porselein’.

detail van het famille noire-figuur van een staande man, porselein met email. China, Kangxi-periode (1662-1722), circa 1720. Het Scheepvaartmuseum, 2018.0652.

Kijken met een interculturele blik

Deze figuur is een voorbeeld van een groep exportporselein dat ook wel Chine de commande wordt genoemd: Chinees porselein dat op bestelling voor Europeanen werd gemaakt, waarbij vorm en/of decoratie gebaseerd zijn op westerse voorbeelden. De verscheidenheid aan goederen, die speciaal voor de export werden geproduceerd, was enorm. Europese klanten waren in het bijzonder geïnteresseerd in uitbeeldingen van de menselijke vorm. Chinees porseleinen beeldjes van westerse figuren waren zeer geliefd, maar ‘exotische’ figuren waren zo mogelijk nog populairder. Deze beeldjes waren niet alleen decoratief, maar vaak ook min of meer functioneel.

In ons geval is het (grafisch) voorbeeld waarop de figuur is gebaseerd nog niet gevonden. Deze zoektocht wordt bemoeilijkt doordat het uiterlijk van de figuur een interculturele samenstelling is van westerse en Chinese aannames over de verbeelding van de ‘ander’. De rode, geprononceerde lippen, de bolle, uitpuilende ogen en de schaarse kleding zijn karikaturale en racistische kenmerken waarmee in de westerse cultuur mensen van Afrikaanse herkomst werden weergegeven. Maar ook binnen de Chinese cultuur behoren deze uiterlijkheden tot de vaststaande beeldtaal voor het uitbeelden van donkergekleurde mensen. Anderzijds herinnert zijn kledingstuk eerder aan de verenrokjes waarin, volgens de westerse beeldtraditie, de inwoners van de Amerika’s gekleed gingen. Terwijl binnen de Chinese cultuur de uitgerekte oorlellen, de manier waarop het haar is weergegeven en de lotus tot de vaste elementen voor de verbeelding van boeddha behoren. Het eindresultaat is een eclectisch beeld waarin al deze verschillende beeldelementen en aannames samenkomen. De Afrikaanse figuur wordt enerzijds als een godheid gepresenteerd en is anderzijds volgens westerse stereotypen verbeeld.

Uitgelicht detail uit het portret van Cornelis Tromp door Ferdinand Bol, circa 1667. De Afrikaanse jongen moet worden gezien als een verwijzing naar de hoge sociale en economische status van de admiraal. Hij wordt hierdoor niet meer als individu gepresenteerd, maar als een iconografisch symbool. Het Scheepvaartmuseum, 2018.0651.

De zwarte bediende als iconografisch symbool

In de zeventiende en achttiende eeuw – de periode waarin de trans-Atlantische slavenhandel zijn hoogtepunt bereikt – maken gekleurde mensen deel uit van de hofhouding van vrijwel alle aristocratische en koninklijke hoven in Europa. Het bezit van een bediende van Afrikaanse herkomst werd beschouwd als een uitzonderlijke vorm van luxe en rijkdom. Deze voornamelijk mannelijke bedienden werden vaak al op jonge leeftijd bij hun familie in Afrika weggehaald en als een ‘exotisch’ cadeau gepresenteerd aan de elite.

In de beeldcultuur van deze periode komt de zwarte bediende of page eveneens geregeld voor. Afrikaanse pages werden bijvoorbeeld aan portretten van de elite en aristocratie toegevoegd als symbool van zijn of haar rijkdom. Daarnaast werd in de schilderkunst het contrast tussen de witte en zwarte huid gebruikt om de huidskleur en daarmee de vermeende schoonheid van de geportretteerde te benadrukken. Ook binnen de toegepaste kunst vinden we de zwarte page regelmatig terug, bijvoorbeeld in meubilair, klokken, wandbespanningen en in porselein. Opvallend is dat bij dit soort functionele objecten de Afrikaanse figuur telkens een dienstbare rol vervult: als stoelleuning, tafelpoot of kaarsenhouder. Ook ons beeldje heeft naast een decoratieve functie een functionele taak als bloemen- of kaarsenhouder.

Twee versieringselementen van het famille noire-beeldje vragen om meer aandacht: zijn gouden halsband en gouden oorringen. De halsband kan verwijzen naar de zilveren slavenband, die vanaf de zeventiende eeuw in de mode was en behoorde tot het vaste kostuum van donkere bediendes. Dit attribuut was exclusief voorbehouden aan tot slaaf gemaakte Afrikanen die deel uitmaakten van een elitaire of aristocratische huishouding. Ook het dragen van oorringen behoort sinds het begin van de zestiende eeuw tot de vaste en stereotype attributen voor de uitbeelding van Afrikanen. In de hierboven besproken portretten worden de pages regelmatig met slavenband en oorbellen afgebeeld. Door gebruik te maken van een dergelijke vaststaande iconografie worden deze Afrikaanse jongens gepresenteerd als een algemeen symbool van exotisme, dienstbaarheid en onderdanigheid.

Uitgelicht detail uit het schilderij Thomas Hees met zijn neven Jan en Andries Hees en zijn bediende Thomas, door Michiel van Musscher, 1687. Thomas is hier afgebeeld met de stereotype attributen van de ‘huisbediende’: een zilveren slavenband en pareloorbellen. Rijksmuseum Amsterdam, SK-C-1215.

Luxegoederen versus slavernij

Aan de hand van deze famille noire-figuur zijn vele verhalen te vertellen. Enerzijds past dit porseleinen beeldje binnen de traditie van het verzamelen van Aziatische luxegoederen door de Europese elite. Het bezitten van dergelijke exotische en exclusieve producten onderstreepte de rijkdom en status van de eigenaar. Tegelijkertijd geeft deze figuur een ongemakkelijk beeld van de aanwezigheid van Afrikaanse bedienden in de hoogste kringen van de Europese samenleving. Mensen die als slaaf verkocht of cadeau gedaan werden om een exotisch tintje te verlenen aan de hofhouding waarvan ze deel uit gingen maken. Of werden zij wellicht zelfs als verzamelobject toegevoegd aan de collectie exotica?

Het zijn juist deze twee uitersten die de figuur zo interessant maken. Door een steeds verder reikende wereldhandel over zee kwamen verschillende wereldculturen met elkaar in contact en vond er een culturele uitwisseling plaats van ideeën en beeldtalen. Ideeën over exotisme, luxe en modeverschijnselen, maar ook over vooroordelen, racisme en slavernij. De bijbehorende beeldtaal heeft geresulteerd in een fascinerend beeld van de ‘ander’, gezien door Chinees-Europese ogen.

Sarah Bosmans - Conservator kunstnijverheid