Wie Mesdag denkt, denkt Scheveningen. Minder bekend zijn de schepen die hij in zijn werken schilderde. 'Bomschuiten in de branding'. 'Wat zijn bommen?', horen we je denken. Je leest het hier.

Hoe ouder hoe beter

Hendrik Willem Mesdag werd in 1831 geboren in Groningen. Hij groeide op in een welgesteld gezin waar kunst werd gestimuleerd. Zijn vader was belangrijk in de ontwikkeling van zijn artistieke talent: al op twaalfjarige leeftijd maakte Hendrik stillevens en aquarellen. Zijn verlangen om te schilderen werd sterker rond zijn veertigste levensjaar. In zijn eerste werken speelde de zee nog geen hoofdrol, hij maakte tekeningen en schilderijen van het bos en de hei. Pas op latere leeftijd, nadat hij financieel onafhankelijk was, maakte hij van zijn kunst een vak.

Bomschuiten in de branding, Hendrik Willem Mesdag (1898). Collectie Het Scheepvaartmuseum.

Hollandse trots

Tussen 1870-1911 maakte hij zo'n 100 schilderijen. Omdat hij al snel wist dat het hoofdonderwerp in deze doeken de zee zou worden, huurde hij Scheveningen een kamer met zeezicht. Langzaam kreeg hij meer naamsbekendheid, ondanks dat critici eerst niet enthousiast waren over zijn werk. Later keerde het tij en was men van mening dat niemand beter dan deze Hollander de zee kon vastleggen in al haar wildheid. Hij werd een Hollandse trots en werd: 'Schilder van de Noordzee' genoemd. Eindelijk een schilder die nog in leven was terwijl hij geroemd werd!

Zijn bekendste werk is het Panorama van Scheveningen dat nog altijd te zien is op de plek waar het is gemaakt. Met 120 meter lang en 14 meter hoog is het het grootste schilderij van Nederland. Het werk is in vier maanden gemaakt, maar Mesdag kreeg hierbij wel wat hulp. 

'Klaar voor vertrek', Hendrik Willem Mesdag (1893). Collectie Het Scheepvaartmuseum.

Een zwaar leven

Mesdag schilderde vooral bommen. Dit is een bepaald soort vissersschip met een platbodem, met een hoekig uiterlijk. Ze werden met behulp van paarden en rollen vanaf het strand de zee op getrokken. Mesdag gaf de vissers zelf misschien geen gezicht, maar hij verwerkte wel hun emoties in de doeken. Er was sprake van zware arbeid en een altijd woeste zee. De kijk op de horizon, die standaard in zijn werken terugkwam, was helaas niet altijd een uitzicht op een beter leven.

Op 10 juli, in 1915, stierf hij. Hij is in zijn vertrouwde Den Haag begraven naast zijn vrouw, die een aantal jaar eerder het leven liet.

Auteur: Marleen Manneke