Op 29 april 1676 stierf luitenant-admiraal Michiel Adriaanszoon de Ruyter aan zijn door een Franse kanonskogel veroorzaakte verwondingen, na een onbesliste zeeslag in de Middellandse Zee. Het nieuws van zijn dood bereikte de Republiek in juni van dat jaar, maar zijn stoffelijk overschot arriveerde pas in februari 1677.

Direct na zijn overlijden werden zijn ingewanden door de scheepsarts verwijderd en bij Syracuse (Sicilië) begraven. Het stoffelijk overschot werd vervolgens, gebalsemd met kruiden en brandewijn, in een loden kist aan boord van het schip Eendracht terug naar Nederland gevaren. Opmerkelijk is dat de Franse koning Lodewijk XIV als teken van respect bij het langsvaren van de Eendracht saluutschoten laat afvuren – terwijl Frankrijk op dat moment nog in oorlog is met de Republiek.

Op 18 maart 1677 werd De Ruyter begraven in de Nieuwe Kerk in Amsterdam. De plechtigheid duurde vier uur en was groots en indrukwekkend. Er waren honderden gasten, variërend van vrienden, collega’s tot hoogwaardigheidsbekleders uit binnen- en buitenland. Duizenden toeschouwers waren op de been om de luitenant-admiraal de laatste eer te bewijzen. In het midden van de rouwstoet werd de kist met het lichaam van De Ruyter begeleid door kopstukken van de Nederlandse admiraliteiten. Daarachter, met rouwsluiers aan hun hoeden, liepen de mannelijke leden van de naaste familie, onder wie De Ruyters zoon Engel, zijn schoonzoon Thomas Potts en kleinzoon Tommetje. De weduwe Anna van Gelder was, zoals in die tijd gebruikelijk, niet aanwezig.

De begrafenis vond plaats op kosten (14.646 gulden) van de Staten-Generaal. Opmerkelijk genoeg was stadhouder Willem III afwezig, hij liet zich vertegenwoordigen door zijn secretaris Constantijn Huygens. Ook luitenant-admiraal Cornelis Tromp, een Oranje-aanhanger en openlijk rivaal van De Ruyter, ontbrak. Het duurde nog vier jaar voor het beloofde grafmonument er kwam. De Staten-Generaal konden slechts met moeite worden overgehaald om hiervoor te betalen. In 1681 was het praalgraf ontworpen door beeldhouwer Rombout Verhulst klaar. Een beeltenis van De Ruyter lag op het zogenaamde ‘bed van eer', omringd door attributen en afbeeldingen van zijn daden.

Het leven van Michiel de Ruyter, kinderprent (ca. 1890) - A.3024(07)E

Tijdgenoten kunnen tegen betaling in de grafkelder afdalen naar de kist, die is voorzien van glas-in-loodruitjes, waardoor het lichaam van de zeeman te zien is. De kist en het lijk worden in de loop der jaren aangetast door vocht en blootstelling aan zuurstof. In 1881 betaalt de staat een nieuwe kist.

In 1949 laten nazaten van Michiel de Ruyter de kist openen. Het gebalsemde lichaam blijkt in zeer slechte staat te verkeren. De familie besluit dat er een nieuwe kist komt die voorgoed gesloten moet blijven.

Graftombe van Michiel de Ruyter te Amsterdam - NII [volgnr. 00552]