De naam van Jacob van Heemskerck lijkt minder snel in één adem te worden genoemd met het Noordpoolgebied dan de naam van Barentsz. Waarom eigenlijk? We zullen in de ijskoude wateren van de expedities naar Nova Zembla moeten duiken om dit te doorgronden.

Het zonlicht, dat door de gebrandschilderde ramen van de Mariakapel in de Amsterdamse Oude Kerk straalt, schijnt over het grafmonument van Jacob van Heemskerck. Even verderop in de kerk vinden we zijn daadwerkelijke graf, met op de deksteen een leeuw: het wapen van de adellijke familie Van Heemskerck. Een grafmonument en zo’n graf krijg je natuurlijk niet zomaar. Van Heemskerck nam dan ook deel aan verschillende zeereizen, onder meer expedities naar Nova Zembla met Willem Barentsz. Toch lijkt zijn naam minder snel in één adem te worden genoemd met het Noordpoolgebied dan de naam van Barentsz. Waarom eigenlijk? We zullen in de ijskoude wateren van de expedities naar Nova Zembla moeten duiken om dit te doorgronden.

Gegoede burger of selfmade man?

Van Heemskerck was de zoon van Aecht Jacobsdochter en Hendrick Cornelis van Beest van Heemskerck, een ‘gewone’ zeilenmaker uit Amsterdam. In 1581stierf Jacobs vader. Hij was toen 14 jaar oud en volgens sommige publicaties zou de ‘harde noodzakelijkheid om voor zichzelf te zorgen’ de jongen naar zee hebben gedreven, waar hij zich de handelskennis in de praktijk eigen maakte en opklom als een echte selfmade man. In werkelijkheid was Jacob een gegoede burger: zijn vader had dezelfde achternaam als het adellijke geslacht van Beest van Heemskerck, zijn grootvader was schepen van Amsterdam en Jacob zelf was getrouwd met Geertruyd Colterman, de dochter van een Haarlemse burgemeester die ook rentmeester van Kennemerland was.

Portret van Jacob van Heemskerck door Jacob Houbraken, ca. 1750-1800. Bovenaan de lijst is het wapen van de adellijke familie Van Beest van Heemskerck te zien.

Commiezen en schippers

De eerste overgeleverde keer dat Jacob van Heemskerck zijn kennis van de zeevaart in de praktijk bracht, was op de tweede reis naar Nova Zembla onder leiding van Willem Barentsz. Tijdens deze mission impossible waarbij Tom Cruise zijn vingers zou aflikken, bekleedde Van Heemskerck aan boord van het schip de Winthont de positie van ‘commis van de coopmanschappen’. De commiezen – dus niet schipper Willem Barentsz - waren verantwoordelijk voor de algemene leiding aan boord. Leiding aan boord of niet, er is geen enkel spoor overgeleverd van de activiteiten van Van Heemskerck tijdens deze eerste expeditie. Het is wel aannemelijk dat hij als nieuwkomer een goede indruk maakte op zijn mede-expeditieleden, want tijdens de derde en laatste expeditie was Van Heemskerck zowel commies als schipper.

Personal trainer op de pool

Het bevel tijdens deze laatste expeditie was bij Jacob in goede handen, blijkt wel uit het overgeleverde reisverslag van Gerrit de Veer. Toen bleek dat de expeditieleden de winter moesten doorbrengen in het Noordpoolgebied en het Behouden Huis klaar was, voerde Jacob van Heemskerck een ijzeren discipline en de hiërarchie die aan boord gold bleef in stand. Toen het weer iets beter werd, ontpopte Jacob zich tot personal trainer: de mannen moesten naar buiten om hun stijve ledematen weer in vorm te brengen met hardlopen, klootschieten en kolven. In april en mei werd het weer iets warmer en de expeditieleden vroegen aan Barentsz of het niet eens tijd werd om naar huis te gaan. Ze durfden het niet aan Van Heemskerck te vragen, die was erop gebrand om te wachten tot het schip loskwam. Uiteindelijk moest Jacob wel toestemming geven om in juni de boten klaar te maken.

De expeditieleden maken schepen om te kunnen beginnen aan de terugtocht, uit het reisverslag van Gerrit de Veer.

Ticket to the tropics

Op 13 juni waren de expeditieleden klaar om te beginnen aan de terugtocht. De terugtocht was minstens zo gevaarlijk als de heenreis, maar de mannen hadden geen keuze: een tweede winter in het Behouden Huis zou niemand overleven. Na de eerste week van hun tweeduizend kilometer lange tocht stierf Willem Barentsz. Uiteindelijk bereikten ze eind augustus Kildin, een Russisch eiland in de hedendaagse Barentszzee. Van daaruit konden de mannen naar het schiereiland Kola, waar ze tot hun verrassing drie Nederlandse schepen troffen. De expeditieleden konden met deze schepen mee naar huis. Enkele maanden daarvoor keerde Cornelis de Houtman terug van een reis naar Azië via Kaap de Goede Hoop. Dit bleek de meest ‘risicovrije’ optie voor zeelieden om hun ticket to the tropics te verzilveren.

De kaart van Nova Zembla uit het reisverslag van Gerrit de Veer. Rechts bovenaan, boven het Behouden Huis, is de ‘Heemskerck Hoeck’ te zien.

De ‘grootheid van Gibraltar’

Jacob van Heemskerck is de enige overwinteraar van wie er na de derde reis naar Nova Zembla nog iets vernomen is. Een – voor hem fatale – slag met de Spanjaarden bij Gibraltar in 1607 bezorgde hem de meeste roem. Hij kreeg als eerste Nederlander een staatsbegrafenis, het grafmonument volgde, zijn harnas en de kogel die hem doodde werden relieken en hij groeide uit tot de ‘grootheid van Gibraltar’. De roem van de expedities naar Nova Zembla en worden echter voornamelijk toegeschreven aan Willem Barentsz. Het verhaal over de poolwinter in een zelfgebouwde hut transformeerde in de negentiende eeuw tot een waar nationaal epos. Toch mag Van Heemskerck – zeker in het licht van de laatste expeditie – niet vergeten worden. Gelukkig vinden we op een kaart van Nova Zembla in een atlas van Blaeu uit 1664, vlak boven het Behouden Huis, de Heemskerck Hoeck.

Wil je meer weten over Jacob van Heemskerck, Willem Barentsz. en de expedities naar het Noordpoolgebied? Bezoek dan de tentoonstelling Strijd om het IJs (t/m 10 mei 2020) in Het Scheepvaartmuseum. 

Auteur: Eva Bleeker