Dankzij de steun van het Balfoort-Roggeveen Fonds kon een zeldzaam schilderij worden verworven van een raderstoomschip bij een opstapplaats, geschilderd door Andreas Schelfhout (1787-1870) in 1846.

Het werk van Schelfhout vormt een prachtige aanvulling op de collectie omdat de overige schilderijen van stoomschepen in ons bezit voornamelijk scheepsportretten zijn. Op dit schilderij wordt de dagelijkse praktijk van de – trendsettende - binnenlandse stoomvaart uitgebeeld.

Op zeil en kolen

Voor langdurige zeereizen waren de eerste stoommachines aan het begin van de negentiende eeuw nog niet geschikt. Naarmate de stoomtechniek verbeterde werden de zeilen minder belangrijk en aan het einde van de eeuw werden deze geheel afgeschaft.
Voor de binnenlandse vracht- en passagiersdiensten, de beurtvaart, was de stoommachine meteen een enorme verbetering. Door de onafhankelijkheid van weer, wind en stroming werd het vaarschema betrouwbaarder dan met de zeilende beurtvaarders. De twee zeilende binnenvaartschepen op het schilderij laat zien dat de stoommachine in de kleine binnenlandse vrachtvaart niet werd toegepast. Het inbouwen van een machine in een traditionele tjalk was commercieel niet interessant. De machine zou laadruimte innemen, de kolen ook, en bovendien was de zeilschipper niet opgeleid als machinist en extra personeel zou te duur zijn.

Een raderstoomschip in veerdienst bij een opstapplaats aan een steiger, Andreas Schelfhout (1787-1870), 1846, olieverf op paneel, 53 x 73 cm.

Addertje onder het gras

In de periode rond 1846, toen Schelfhout ons schilderij maakte, behoorde hij tot de best betaalde kunstenaars van die tijd. Behalve landschappen maakte hij ook strand- en zeegezichten. Door een uitgekiende compositie, het kleurgebruik en de precieze uitwerking van alle details, herkennen we hand van de meester ook in ons schilderij. Er zit echter een addertje onder het gras. Het tafereel van een raderstoomschip bij een opstapplaats wekt de indruk dat het op locatie geschilderd is, maar, net als zijn winterlandschappen is het door Schelfhout volledig in zijn atelier geschilderd. De molen, het huis en de toren zijn onderdelen die hij vaker gebruikte en hebben geen topografische betekenis.

Moderne tijden

Ook de kunstenaars in de 19de eeuw waren ervan doordrongen te leven in een tijdperk waarin het aanzien van de dagelijkse gang van zaken een revolutionaire verandering onderging. Schelfhout was er vroeg bij; in zijn werk uit de jaren veertig komen al stoomtreinen en stoomschepen voor. Beide vervoersmiddelen werden zeer precies door hem afgebeeld. Hij plaatste het raderstoomschip pontificaal centraal in de compositie en de weergave ervan klopt tot in de puntjes. Het is interessant dat hij, als een karakteristieke schilder van de Romantische stijl, in dit werk de moderne techniek van het raderstoomschip combineerde met traditionele zeilvaart. Daarmee gaf hij de voorstelling een contrast mee, namelijk een beeld van nieuw en oud, van heden en verleden. Een dergelijke combinatie is een romantisch thema bij uitstek, maar door de plaatsing van een stoomschip in de hoofdrol laat Schelfhout zien dat hij wel degelijk zeer bij de tijd was.

Dienstregeling

Het schip ligt onder stoom, klaar om te vertrekken. De weersomstandigheden zijn niet al te best en lijken alleen maar slechter te worden. De zorgvuldige weergave van sprekende details, zoals de wapperende rokken van de vrouwen op de steiger, typeren raak de activiteiten bij zo'n opstapplaats. Schelfhout schilderde in 1846 een overtuigend beeld van het moderne vervoer over het water. Een zeilende beurtvaarder zou met deze harde wind niet van lagerwal kunnen vertrekken. Dankzij het stoomvermogen van dit schip loopt de dienstregeling geen enkel gevaar.